Van grote en kleine kermissen

De dorpskermissen waren vroeger zo onontbeerlijk voor de gewone man als het “smout” op zijn boterham. Het waren dagen waar men er eens “uit” was. Van oorsprong zijn de kermissen kerkelijke feesten eigen aan ieder parochie. Men vierde de verjaardag van de wijding van de kerk (grote kermis) en het naamfeest van de patroonheilige (kleine kermis). In de streek spreekt men gewoonlijk over de ommegang, wanneer de kleine kermis bedoeld wordt.

Foto Kermis te Vichte rond 1932. Dat het op dat ogenblik zeer druk was, kunnen we niet echt zeggen.
Gelukkig was er de fanfare St.-Joseph, die blijkbaar haar “sortie” aan het afwerken is.

In Vichte viert men de herdenking van de kerkwijding op de voorlaatste zondag van september.

Maar … uit een teruggevonden brief van pastoor Nollet (1805-1807) blijkt dat de kermis in Vichte vroeger plaats had op de zondag onmiddellijk volgend op de feestdag van St.-Mattheus, apostel en evangelist. Die feestdag valt op 21 september, zodat de de kermis zowel op de voorlaatste als op de laatste zondag van september kon vallen. Men heeft dus blijkbaar in de loop van de 19de eeuw de kermis op de voorlaatste zondag geplaatst, zonder zich nog om de Heilige Mattheus te bekommeren.

Dat ook in de 16de eeuw de kermis op de laatste zondag kon vallen, kunnen wij vernemen uit de afrekeningen van de ontvanger van de toenmalige heer Philips van der Vichten. Wij citeren uit zijn rubriek uitgaven:
Item betaelt den XXIX zeptember (1561) ter kerremesse terVichten. t Corraelkin dat hier met de zanghers van Curtrick ter kerremesse was by laste van mynen heere 12 schellynghen
Dat jaar was 29 september een maandag, zodat kermiszondag op 28 september viel, de eerstvolgende zondag dus na 21 september (St.-Mattheus).

In zijn rekeningen voor het jaar 1577 noteert hij op 20 september, zijnde een vrijdag:
Item betaelt 1 paer scoens ende 1 paer caussen om Adriaenken (zoontje van Philips) tegen de kerremesse.

Wij mogen aannemen dat het kermis was op zondag 22 september, daags na St.-Mattheus’ feestdag en voorlaatste zondag van de maand. Blijkbaar ging op het kasteel de kermis ook niet onopgemerkt voorbij!

En de kleine kermis of de ommegang, hoe stond het vroeger daarmee ? Ook hier is men afgeweken van de oorspronkelijke datum, maar we mogen gerust zeggen dat men dit feest “verplaatst” heeft.

Volgens pastoor Nollet was de kleine kermis “semper in Dominica immediate sequente diem 2dam. Mensis Augusti”; dus van oudsher op de zondag onmiddellijk volgend op 2 augustus ttz. de feestdag van St.-Stefaan, paus en martelaar (hij werd op bevel van de Romeinse keizer onthoofd in 257), eerste patroonheilige van de kerk. Het is dus niet de Heilige Stefaan, diaken en eerste martelaar (hij werd gestenigd), die patroonheilige is van de kerk (zoals afgebeeld op de muurschildering in de zuidelijke beuk van de oude kerk) !

Maar hoe kwam men ertoe de Ommegang op de eerste zondag van juli te plaatsen ?

Heel ver moeten we hiervoor niet zoeken, want de parochiekerk van Vichte heeft als tweede patroonheilige de Heilige Theodoricus (Diederik, Dirk), wiens feestdag valt op 1 juli… Dat de oogstmaand een drukke tijd was voor de boeren zal die verplaatsing waarschijnlijk in de hand hebben gewerkt, maar dat de kleine en de grote kermis vroeger heel kort na elkaar kwamen zal er toch ook wel niet vreemd aan zijn geweest. Daarbij komt dat St.-Diederik in Vichte “gediend” werd tegen blindheid en oogziekten en “volk” bijbracht. De verering van de Heilige Diederik ging helemaal teloor door de concurrentie van de Heilige Arnoldus in Tiegem tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw. Toch liep in de processie – en dit tot bij de afschaffing ervan – een groep “Blinde meisjes” die nog aan deze verering herinnerde.